Ketamine werd in het jaar 1960 uitgevonden in de zoektocht naar alternatieven voor PCP. In 1965 werd dan ontdenkt dat gebruik van ketamine met mensen en dieren een verdovend effect heeft. Ketamine wordt door sommige ziekenhuizen nog gebruikt al verdovingsmiddel. Het gebruik als medicijn heeft ook wat risico’s. De ademhaling kan na gebruik onderdrukt worden, en er zijn verschillende hallucinogenen bijverschijnselen mogelijk. Daarom wordt ketamine vaak ingrediënt met benzodiazepine, dit product voorkomt of probeert de hallucinogenen effecten te onderdrukken.
Gebruiksmethoden:
Als men ketamine in een lagere dosis indient dan gebruik voor een narcose, wordt ketamine als een drug gebruikt. Ketamine wordt meestal gesnoven, ingespoten in de aders of oraal opgenomen. Als men ketamine wilt opsnuiven moet men de oorspronkelijk vloeibare ketamine eerst uitkoken tot kristal of poedervorm.
Als ketamine gespoten wordt dit vaak gedaan in bloeduitstortingen, omdat dit via de ader te doen veel te intens is. Als men dit toch doet, kan er een K-hole optreden tijdens de inspuiting. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben voor de druggebruiker.
Effecten:
Na gebruik in lage doseringen kunnen de gebruikers dromerig worden, en kan de gebruiker een K-hole hebben. Dit wil zeggen dat de gebruiker geen bewustzijnsvermogen meer heeft.
Risico’s:
– Minder goed functionerend geheugen;
– K-hole;
– Ketamine gemengd met cocaïne of methamfetamine is zeer schadelijk voor het lichaam;
– Lichamelijke krachten zoals buikpijn en een blaasontsteking.